METEN VAN LITERAIRE COMPETENTIE
literaire ontwikkeling
Er zijn allerlei onderzoeken die aantonen dat het aanwakkeren van leesplezier een positief effect heeft op de ontwikkeling van literaire competentie. Hoe je die literaire ontwikkeling kunt vaststellen, blijft volgens de auteur van dit artikel, Gertrud Cornelissen, gepromoveerd op literaire gesprekken in het basisonderwijs aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, echter nog onderbelicht. In haar onderzoek naar de ontwikkeling van literaire competentie is een meetinstrument ontworpen voor het vaststellen van het niveau van literaire competentie.
Cornelissen onderscheidt in haar onderzoek vier dimensies van literaire competentie. Allereerst beleving: uitingen van emoties die door teksten worden opgeroepen. Dit kunnen directe of indirecte emoties zijn. De tweede dimensie is interpretatie. Hierbij wordt letterlijke informatie uit de tekst verbonden tot een samenhangend geheel. De derde dimensie is beoordeling, waarbij lezers aangeven of ze een boek wel of niet waarderen. De vierde en laatste dimensie is narratief begrip. Dit gaat erover dat lezers weten dat ze met een door een auteur geconstrueerd verhaal te maken heben.
Uit het onderzoek van Cornelissen bleek dat leerlingen die literaire gesprekken voeren zich ontwikkelen in het verwoorden van hun belevingen, interpretaties, beoordelingen en narratief begrip. In het onderzoek zijn bij iedere literaire dimensie drie ontwikkelniveaus onderscheiden: 1: een uiting zonder argumentatie, 2: een uiting met argumentatie die verbinding legt met het boek, en 3: een uiting met een argumentatie die een verbinding legt met de eigen wereld. In het artikel zijn voorbeelden genoemd van zinnen die bij de niveaus horen. Op basis van het meetinstrument met deze niveaus is geconcludeerd dat leerlingen aan het einde van de basisschool uitingen op het gebied van beleving, interpretatie, beoordeling en narratief begrip kunnen beargumenteren.
